Ioniserende straling kan door levend weefsel dringen en, door de productie van positief geladen atomen (ionen), in dit weefsel cellen beschadigen. Blootstelling aan ioniserende straling kan het risico op de ontwikkeling van kanker verhogen. Ioniserende straling kan ook leiden tot directe beschadiging van weefsel, zoals bijvoorbeeld de roodheid van de huid na radiotherapie. Hoewel de kans op deze nadelige effecten bij een onderzoek met medische beeldvorming erg klein is, moeten we toch voorzichtig zijn. Hoe groter de ontvangen stralingsdosis, hoe groter het risico op nadelige effecten.
Bovendien is de kans op nadelige effecten als gevolg van ioniserende straling cumulatief. Dat wil zeggen dat het risico op nadelige effecten groter wordt naarmate men meer bestraald wordt. Onnodige herhaling van onderzoeken moet dan ook vermeden worden.
Daarnaast is de gevoeligheid voor ioniserende straling ook afhankelijk van de leeftijd. Hoe jonger, hoe gevoeliger voor ioniserende straling.
Bij een onderzoek met behulp van medische beeldvorming moeten de voordelen dan ook steeds afgewogen worden tegen de mogelijke nadelen. Enkel wanneer de voordelen opwegen tegen de nadelen is een onderzoek met ioniserende straling verantwoord. Meer informatie hierover vindt u bij ’Wat kan ik doen?’.